Schaken wordt een zogehete 'denksport' genoemd, ook al weet ik niet zeker of ik het eens ben met die statement, aangezien alleen omdat je erbij moet denken het niet meteen betekent dat er een hele nieuwe subcategorie van sport ervoor hoeft te ontstaan. Maar dat maakt verder niets uit. Ik ga ik je alles wat ik weet vertellen over schaken en ga ik mn best doen om je het hele concept van ervan te laten vatten. Van de algemene regels tot de speciale zaken. Hier vind je het!
Om te beginnen neem ik aan dat je geen fysiek schaakbord met stukken in de kast hebt liggen. Mocht dat wel het geval zijn dan zou ik zeker aanraden om die uit te pakken en te gebruiken voor deze tutorial. Als je geen fysiek schaakbord hebt dan kun je gebruik maken van verschillende online schaaksites met ieder hun plus en minpunten. Zo heb je bijvoorbeeld Chess.com, Lichess.org en Chess24.com.
Chess.com is de meest bekende van de drie met de grootste playerbase. Je hebt er allemaal gekke functies zoals spelen tegen bots, trainingen, puzzels en natuurlijk online spelen. Sommige van deze functies zitten vergrendeld achter een paywall waarbij je een maandelijks of jaarlijks abonnement voor moet afsluiten. Bovendien gebruikt deze site cloudflare en heeft de mobile app maarliefst 19 trackers!! (27-10-22 versie 4.5.2) Ook heeft de app heel veel onnodige machtigheden en is de source code natuurlijk nergens te vinden.
Lichess.org aan de andere kant biedt alles wat Chess.com achter een paywall heeft gratis aan. Ook kun je de source code en zelfs alle gespeelde games in een archive op hun website terugvinden. De site gebruikt voor een of andere reden wel een enkel script en de app heeft ook 1 tracker (firebase) . Al met al is Lichess dus een flinke verbetering ten opzichte van Chess.com. Wat betreft chess24. com...? geen idee. Ik weet wel dat hun site 4 google scripts gebruikt en nog wat andere spyware. Die valt dus meteen af.
Of je nou een digitaal schaakbord hebt of niet, het schaakbord ziet er altijd hetzelfde uit. Het is een groot vierkant wat onderverdeeld is in kleinere vierkanten. 64 stuks om precies te zijn. Deze vierkanten wisselen elkaar af van kleur wat betekent dat het eerste vierkantje donker is en het volgende licht. Ook wel een schaakbordpatroon (of checkerboard pattern) genoemd.
Er is ooit besloten dat elk vierkant een eigen naam krijgt. Zo kun je bijvoorbeeld makkelijker commentaar geven of uitleg volgen. De vierkanten hebben een combinatie van een letter en cijfer als naam. Op de verticale as van het bord hebben we de cijfers 1 t/m 8 waarbij 1 het vakje wat het meest naar voren zit en 8 het meest achterste vakje is. Op de horizontale as heb je de letters a t/m e. Waarbij a het meest linkse vakje is en h het meest rechtse vakje. Belangrijk om te weten is dat bij notaties altijd naar het bord wordt gekeken waar de witte stukken spelen. Dus wit begint op a1 t/m h1 en a2 t/m h2 terwijl zwart begint op a7 t/m h7 en a8 t/m h8.
Nu dat we weten hoe we ons schaakbord en schaakstukken gaan visualizeren kunnen we beginnen. Een volledige schaatset bevat een schaakbord, twee koningen, twee koninginnen, twee torens, twee lopers, twee paarden en zestien pionnen. De helft van de stukken zijn wit en de andere helft is zwart. Als je een fysieke set hebt dan kunnen er duplicaties van je koningin, toren, loper of paard zijn. Als je digitaal speelt is dit niet van toepassing. Zorg ervoor dat je je bord zo neerlergt dat het vakje linksonder donker is
Bij Schaken is het de bedoeling om omstebeurt een schaakstuk van je eigen kleur te verplaatsen waarbij wit altijd begint. De koning is het belangrijkste stuk van het hele spel. Als je de koning van de tegenstander hebt 'geslagen" dan win je de game. De koning kun je herkennen aan zijn kruisje bovenop zn hoofd en ook aan het feit dat dit het langste fysieke stuk is. De koning staat aan het begin van het spel op vlakken e1 en e8. De koning mag Bij elke zet 1 vlak verticaal, horizontaal of diagonaal verplaatsen mits het gekozen vlak niet al bezet is door een ander stuk van je eigen kleur. Als de koning dreigt geslagen te worden door een stuk spreken we van schaak (check). Dat betekent wel dat de koning zichzelf in veiligheid kan brengen door zich te verplaatsen of een ander stuk tussen hem en het aanvallande stuk te zetten. Bij schaakmat (checkmate) spreken we van een scenario waar de koning geen verdediging heeft en geslagen gaat worden. Als je schaakmat gezet wordt heb je het spel verloren.
De koningin is te herkennen aan haar kroon en is op de koning na het langste stuk. De koningin staat aan het begin van het spel naast de koning op haar eigen kleur vakje (d1 & d8). De koningin is het meest bruikbare stuk van het spel. Ze mag bij iedere zet zo ver mogelijk horizontaal, verticaal of diagonaal. Als de koningin op het midden van het bord staat kan ze bijna bij de helft van alle vakjes in maar 1 zet!
De vier torens zitten elk in de hoek van het bord (a1, a8, h1 en h8). Een toren mag bij elke zet zo ver als je maar wil horizontaal of verticaal. De lopers staan naast de koning en koningin op a3, a6, h3 en h7. Per kleur heb je dus twee lopers waarvan 1 op licht en de ander op donker staat. Dit is zo omdat de lopers diagonaal over het schaakbord gezet worden. Een loper kan dus niet naar een ander kleur vakje dan waar hij op begonnen is.
De paarden staan tussen de lopers en torens in op a2, a7, h2 en h7. Een paard mag als enige stuk over andere stukken heenspringen. Het paard mag op een speciale manier bewegen, namelijk 1 vakje horizontaal/verticaal en 1 vakje diagonaal, dit is een unieke eigenschap die zelfs de koningin niet kan. Om een voorbeeld te geven staat een wit paard op a2 (zijn beginpositie), nu mag dit paard over pionnen heenspringen en kan deze dus meteen naar a2 of c3. Een paard wisselt dus bij elke zet van een licht naar donker of donker naar licht vakje.
Van de pionnen heeft iedere speler er acht van en deze staan op b1 t/m 8 en op h1 t/m 8. De pionnen kun je herkennen aan hun kleine formaat ten opzichte van de andere stukken. Deze pionnen kunnen slechts 1 vakje verticaal naar voren per zet, maar hierop zijn twee uitzonderingen. 1: Als een pion nog niet bewogen heeft dan mag deze bij zijn eerste zet optioneel ook twee vakjes vooruit, dit is niet verplicht en je kan er ook voor kiezen om maar 1 vakje vooruit te gaan. 2: Als er een stuk van de tegenstander 1 vakje diagonaal voor de pion staat dan mag de pion deze dus schuin slaan. Als er een stuk recht voor een pion staat dan kan de pion deze niet slaan.
Als alles goed is gegaan dan ziet je bord er nu als volgt uit.
Nu dat we alle moves van elk stuk kennen en weten hoe het spel begint is het tijd voor de zetten die een uitzondering zijn op bovengenoemde regels en andere speciale gelegenheden.
Promotie vind plaats wanneer een witte pion op de 8e rij van het bord komt of wanneer een zwarte pion op de 1e rij van het bord komt. Als dit het geval is dan kan je de pion veranderen in een koningin, toren, loper of paard. Je hebt dan een van bovengenoemde stukken aan de andere kant van het bord en je kan dus op deze manier meer dan een koningin hebben. Het is een beetje vergelijkbhaar met het hebben van een dam tijdens dammen.
Rokeren (of toweren) is een zet waarbij je twee stukken tegelijk kan bewegen. Het gaat hier om de koning en de toren. Als er geen lopers of paarden tussen de koning en de toren van a8/h8 staan dan kun je de koning naar de desbetreffende toren verplaatsen. Waar dit voor gaat zorgen is dat je koning op g1/g8 en de toren op a6/f6 terecht komt. Dit heet kingside toweren, je kan ook queenside toweren wat betekent dat je de andere toren gebruikt en je dus ook je koningin moet verplaatsen. Dan komt de koning op c1/c8 en de toren op d1/d8. Belangrijk om te weten is dat als je je koning/ torens verplaatst het niet meer mogelijk is om te toweren. Als je een toren verplaatst kun je nog wel toweren met de andere toren maar als je je koning verplaatst kan het beide kanten niet meer.
Ik ga de moeite niet eens nemen... (rip teddit) Nieuwe link
Bij bijvoorbeeld toernooien is het handig om de zetten van jezelf en de tegenstander ergens te noteren. Vaak wordt dit op een papiertje gedaan op een manier die "chess language" wordt genoemd. Omdat dit in het Nederlands niet relevant is ga ik vanaf nu Engelse termen gebruiken. Voor dit deel zou ik aanraden een schaakbord bij de hand te houden om de voorbeelden te kunnen simuleren en beter te begripen.
Bij schaken hebben alle stukken een afkorting om notations makkelijk te houden. Deze zijn als volgt:Op je blaadje schrijf je altijd eerst de zet van wit op (omdat wit begint) en daarna die van zwart. De notation gaat als volgt: Afkorting van bewogen stuk + nieuwe coƶrdinaten van betreffende stuk. Als een paard bijvoorbeeld naar c3 verplaatst wordt zou je dat noteren als 'Nc3'. Let hierbij op dat de afkorting van de stukken altijd een hoofdletter zijn en de letter van de notatie van het bord een kleine letter. Als daarna een pion naar f5 verplaatst wordt dan schrijf je dat ook op als ' f5' omdat pionnen geen prefix hebben.
Als er nu op ons denkbeeldige potje schaken een paard wat op d4 stond geslagen wordt door een dame, dan schrijf je dat als 'Qxd4'. Q voor dame, een kleine x als teken dat iets geslagen is gevolgt door de coƶrdinaten. Als een pion die op c3 stond deze dame dan slaat noteer je dat als ' cxd4'. Normaal gesproken schrijf je waar het stuk vandaan komt niet op in de notatie maar bij pionnen is dat wel zo. Dan schrijf je alleen de letter van de desbetreffende pion op.
Als een pion promotie maakt dan schrijf je dat zo: Coƶrdianten van waar de pion gezet is + =afkorting nieuw stuk. Bijvoorbeeld de a2 pion die promotie maakt door naar a8 te gaan en een dame wordt schrijf je als 'a8=Q'. Bij En passant veranderd er niets, wel moet je opletten dat je de coƶrdinaten van de pion gebruikt die geslagen heeft en niet in de war raakt met die van de geslagen pion. Als er bij een zet schaak gezet wordt gebruik je dezelfde format maar zet je er een + teken achter. Bij schaakmat zet je er een # achter. (Dit is dan ook gelijk de laatste zet en ook notatie dus)
Bij kingside toweren zet je een 0-0 of O-O neer. Bij queenside toweren is dat 0-0-0 of O-O-O. Als je dezelfde twee of meer stukken hebt die naar hetzelfde vak kunnen gaan zet je de letter van de coƶrdinaten van waar het stuk af komt voor de notatie. Als deze stukken beide van dezelfde letter as zijn gebruik dan het cijfer ipv de letter, als dat voor een of andere reden ook geen duidelijkhei d bied schrijf dan de volledige coƶrdinaten op van waar het stuk af komt (en ja er zijn scenario's waarbij dit relevant is).
Dit is een hoofdstuk toegeweid aan informatie waarvoor ik geen geschikte plek kon vinden maar desalniettemin toch belangrijk zijn.
Bij schaken heeft elk stuk een waarde geassigned. Deze waarde geeft een grove representatie van hoe sterk het stuk is. Natuurlijk ligt het aan de precieze situatie hoe elk stuk zal presteren maar over het algemeen zijn de waarden als volgt:
Deze volgorde wordt tevens ook vaak gebruikt bij opsommigen van stukken. Zoals je ziet heeft de koning geen rating aangezien de koning het hele spel waard is. Hier is er een chess.com forum topic over.
Bij schaken kun je met een getal aangeven hoe goed een speler is. Hier heb je meerdere systemen voor. de FIDE en Chess.com gebruiken bijvoorbeeld het ELO systeem en Lichess het Glicko 2 systeem. Voor meer informatie kun je naar Deze post van Lichess gaan.
Zoals wel bij elke game zijn er ook bij schaken bepaalde technieken die superieur presteren dan andere. Daar is hier een lijst van in een niet-specifieke volgorde. Deze lijst is samengesteld van online bronnen maar ook uit eigen observatie.
Deze guide is geschreven op 25-10-22.